Menu
Een terugblik op mijn mandaat

Een terugblik op mijn mandaat

We staan aan de vooravond van belangrijke verkiezingen. Voor het eerst in 24 jaar symboliseren ze voor mij persoonlijk ook het definitieve einde van mijn actieve politieke loopbaan. Het einde van een zeer mooie en vruchtbare politieke carrière met dit Europese mandaat als sluitstuk en hoogtepunt. We hebben in het Europees Parlement de voorbije vijf jaar heel wat stenen in de rivier verlegd, op vele vlakken. Ik ben dan ook zeer trots dat ik daar mee aan heb kunnen bijdragen. Alvorens ik de fakkel met een gerust gemoed doorgeef, zet ik mijn hoogtepunten van het voorbije mandaat op een rijtje. Omdat ik daar fier op ben, maar vooral om transparant te zijn tegenover de vele mensen die mij gesteund hebben of voor mij stemden.

Al sinds het begin van mijn carrière doe ik op dezelfde manier aan politiek: met totale overgave, empathie en passie, geïnspireerd door de idealen van de christelijke arbeidersbeweging. Sociaal, maar dus ook christelijk. Met drie zeer duidelijke drijfveren: sociale rechtvaardigheid, welzijn en gezondheid. Zo ben ik 24 jaar geleden in de politiek gestapt en zo ben ik nog steeds.

Koopkracht

Het beschermen van de koopkracht is niet enkel zorgen voor een eerlijke kostprijs van basisbenodigdheden, het gaat ook om een eerlijk inkomen. Als verantwoordelijke van mijn fractie onderhandelde ik mee aan de opinie op de richtlijn adequate minimumlonen binnen de Commissie Gelijke Kansen. Een opinie die het uiteindelijke akkoord in positieve zin mee beïnvloedde. Nationale minimumlonen zullen, door deze richtlijn, de komende jaren stijgen. Dit is een enorme stap in de strijd tegen armoede onder werkenden in Europa.

Daarnaast speelde ik binnen het Europees Parlement als co-voorzitter van de Intergroup Fighting Against Poverty mijn rol in de agendasetting rond koopkracht. We zorgden voor bewustwording en beleid rond een alomvattende armoedestrategie, minimuminkomens, de strijd tegen dakloosheid, de Europese kindergarantie en het gericht inzetten van Europees Sociaal Fonds Plus-middelen. Ook de omkadering rond een mogelijke Europese uitrol van de housing first-projecten, de projecten over betaalbare en degelijke huisvesting, bleef door ons hoog op de agenda staan.

Gezondheid

1. Gezonde leef- en werkomgeving

De Europese sociale pijler van voormalig Europees Commissaris Marianne Thyssen is voor mij altijd een voorbeeld geweest van krachtig, christendemocratisch leiderschap en politieke kunde. Ik ben dan ook enorm fier dat ik haar pijler mee verder heb kunnen uitbouwen en concretiseren.

Bijvoorbeeld op vlak van veiligheid en gezondheid op het werk, een absoluut basisrecht voor alle Europese werknemers als je het mij vraagt. Ik werkte dan ook intensief mee aan de uitrol van de Europese doelstellingen rond nieuwe blootstellingswaarden voor de meest gevaarlijke, kankerverwekkende stoffen op de werkvloer. We zijn er nog lang niet, maar de voorbije vijf jaar werden zeer belangrijke stappen gezet.

Enkele voorbeelden:

  • Als verantwoordelijke binnen mijn fractie schreef ik mee aan een rapport over de herziening van het strategisch kader rond gezondheid en veiligheid op het werk voor de jaren 2021-2027. Arbeidsongevallen zijn nog te legio, daarom bouwden we een strategie uit die Europa richting nul dodelijke arbeidsongevallen moet leiden. In ons rapport focusten we ook op mentale gezondheid op het werk en het aanpakken van de gevolgen van de coronacrisis.
  • Naast arbeidsongevallen, is ook de blootstelling aan schadelijke stoffen op de Europese werkvloeren zeer belangrijk voor de veiligheid van werknemers.  Daaromtrent onderhandelde ik namens de EVP met succes twee opeenvolgende herzieningen van de richtlijn schadelijke stoffen. In Europa heersen nu fors aangescherpte blootstellingswaarden voor onder meer lood, diisocyanaten, nikkel, benzeen en werden extra maatregelen ingevoerd voor de bescherming tegen reprotoxische stoffen en allerlei gevaarlijke medische producten. De impact van deze nieuwe waarden valt in geen geval te onderschatten. Ongeveer 14 miljoen gezondheidsmedewerkers en 4,3 miljoen werknemers in lood-gerelateerde sectoren plukken hier de vruchten van. Ook het werk rond het aanpakken van blootstelling aan hormoonverstorende stoffen op de werkvloer is mede op mijn vraag reeds begonnen.
  • Ook zat ik rond de onderhandelingstafel wanneer het ging over een versterkte Europese aanpak van asbestverwijdering. Dat leverde een breed verslag op met een duidelijk eisenpakket aan de Europese Commissie. Intussen werden al strengere blootstellingswaarden voor asbest op de werkvloer ingevoerd. We zullen nu evolueren van een blootstellingswaarde van 100 000 vezels per kubieke meter naar 2000 vezels per kubieke meter. De limietwaardes zullen dus 50 keer lager liggen.
2. Gezondheidszorg en strijd tegen kanker

De Europese Unie besloot aan het begin van deze legislatuur om de strijd tegen kanker op te voeren. Als coördinator van de EVP-fractie binnen de bijzondere commissie voor de strijd tegen kanker werkte ik hier van dichtbij aan mee. We zorgden uiteindelijk voor een aanscherping van het nieuwe Europees Plan tegen Kanker. Ik ben blij dat we finaal een zeer ambitieus en sterk rapport konden indienen.

Door mijn inspanningen binnen de commissie voor de strijd tegen kanker en mijn algemeen werk rond kankerpreventie, kinderkanker en AYA’s, sta ik op de tweeënveertigste plaats in de lijst van 100 meest invloedrijke vrouwen binnen de oncologie. Een benoeming van OncoDaily, het internationale oncologie-platform. Eén van de mooiste nominaties uit mijn politieke loopbaan, alsook een echte bekroning voor het harde werk van mijn collega’s en medewerkers.

Het gezondheidsluik werd de voorbije vijf jaar natuurlijk gedomineerd door Covid-19. Ook in het Europees Parlement was het snel schakelen, daarom werd een tijdelijke Covid-commissie opgericht. Als vast lid onderzocht ik mee hoe we de Europese Covid-aanpak konden optimaliseren. Onze aanbevelingen zorgen nu mee voor de uitbouw van een Europese gezondheidsunie en we hebben we de EU beter voorbereid op een eventuele volgende gezondheidscrisis.

Sociale rechtvaardigheid

Iedereen die me een beetje kent, weet dat sociale rechtvaardigheid één van mijn absolute drijfveren is in het leven en in de politiek. Een overheid moet ervoor zorgen dat niemand op het perron blijft staan wanneer de sneltrein van het leven passeert.

Als onderhandelaar namens de EVP schreef ik in 2020 binnen de commissie gelijke kansen mee aan een resolutie over sociale rechtvaardigheid. Daarin riepen we op tot een evaluatie en tot de verdere uitbouw van de Pijler van Sociale Rechten. Daarnaast voerde ik onderhandelingen rond de resolutie waarin het Parlement zich uitsprak over de versterkte jongerengarantie. Dit instrument ondersteunt jongeren in hun zoektocht naar een stage, een opleiding of naar werk.

Naast jongeren ondervinden ook werknemers de gevolgen van sociale onrechtvaardigheid. Het kan niet zijn dat zij de dupe zijn van mondialisering, digitalisering of de klimaatverandering. Daarom onderhandelde ik mee aan de hervorming van het Europees Globaliseringsfonds. Een fonds dat werknemers ondersteunt in hun zoektocht naar werk door carrièreadvies, bijscholing, herscholing, coaching of ondernemerschap. Dankzij deze herziening maken meer werknemers aanspraak op dergelijke EGF-ondersteuning. Sinds 2022 onderhandelde ik ook de nieuwe aanvragen voor EGF-steun namens de EVP.

Dat ik sociale rechtvaardigheid boven industriële belangen of economische winst plaats, staat als een paal boven water. Dat bewees ik bijvoorbeeld bij de stemming over de TRIPS-waiver, het tijdelijk opheffen van patenten op de Covid-19 vaccins. Daar stond ik binnen mijn fractie nagenoeg helemaal alleen in de vuurlinie. De stemming werd met slechts één stem verschil gewonnen. Door niet te compromitteren op mijn idealen kon ik op die manier vaak noodzakelijke stenen in de rivier verleggen. Ook in dossiers rond de zorgplicht voor bedrijven in hun toeleveringsketen of een betere bescherming van platformwerkers deed ik achter de schermen al het mogelijke om met succes voldoende progressieve steun in mijn fractie te verzekeren.

Gelijke kansen

Op vlak van gendergerelateerd geweld boekten we de voorbije vijf jaar mooie resultaten.  Zo onderhandelde ik in 2021 bijvoorbeeld mee over een tekst die de Europese Commissie aanzette om gendergerelateerd geweld op te nemen in de lijst van Europese misdrijven. Vlak voor het einde van dit mandaat werd hierover dan ook een historisch akkoord bereikt.

In april 2024 werd mijn allerlaatste wetgevende dossier goedgekeurd in het Europees Parlement. Het IAO-verdrag over geweld en intimidatie op het werk is een absolute mijlpaal voor miljoenen vrouwen op de werkvloer. Ik ben dan ook zeer trots dat deze belangrijke stemming het orgelpunt kan zijn van mijn Europees mandaat. En zo ook van mijn politieke carrière.

Rapporten

Ik heb dit werk steeds gedaan vanuit een overtuiging en de drive om een megafoon te zijn voor wie in onze samenleving niet of moeilijk gehoord wordt. Die inzet werd beloond met een zestiende plaats op de ranking van meest invloedrijke parlementsleden op vlak van sociale zaken en tewerkstelling. Dat bleek uit objectief onderzoek van EUmatrix, het toonaangevende onderzoeksplatform dat zich toespitst op de Europese politiek.

Ook Het Nieuwblad erkende mijn werklust. In hun groot politiek rapport kreeg ik een bijzonder mooie quotering voor mijn voorbije mandaat. “Cindy Franssen levert sterk werk, maar vooral achter de schermen. Franssen loopt niet in de kijker met haar dossiers. De CD&V’ster heeft nochtans veel expertise opgebouwd rond sociale zaken. Ze heeft een goede reputatie als parlementslid, maar zit binnen haar eigen fractie in een lastige positie. In de Europese Volkspartij – die zelf alsmaar meer naar rechts opschuift – wordt Franssen als ‘te links’ bestempeld,” schrijft Het Nieuwsblad.

Wie oppert voor een duurzame, rechtvaardige en eerlijke samenleving, moet in de eerste plaats natuurlijk ook zelf het goede voorbeeld geven. Uit onderzoek van de KU Leuven blijkt dat ik, samen met Kathleen Van Brempt, het meest transparante Europees parlementslid van Vlaanderen ben. Op mijn financiële transparantie scoorde ik een 4/5 en qua lobbytransparantie en 3/3. “Cindy Franssen kiest er als één van de enige vrijwillig voor om de gemaakte onkosten publiek te maken en de overschotten terug te storten”, voegt Knack daar aan toe.

Om af te sluiten, wil ik graag iedereen bedanken die me doorheen mijn politieke loopbaan steunde en reisgenoot was op deze bijzonder boeiende reis. Ik hoop dat mijn opvolgers met dezelfde idealen en inzet de fakkel overnemen. Want het werk is bijlange nog niet af. Ikzelf zal beschikbaar blijven voor de partij en de beweging als basismilitant, van waaruit ik ooit gegroeid ben.

 

Meest gelezen
© 2024 Cindy Franssen